Kenmerken van intelligentie

2. Factoranalyse bij de beschrijving van intelligentie
In 1905 maakte A. Binet een test voor kinderen die op school achterbleven om te bepalen naar welke soort bijzondere school ze gestuurd moesten worden. In 1916 maakte L.Terman van de Stanford Universiteit hiervan een verbeterde versie en deze Stanford-Binet test wordt nog steeds gebruikt en heeft inmiddels zijn vijfde editie bereikt. Hij meet 5 gewogen factoren: knowledge, quantitative reasoning, visual-spatial processing, working memory en fluid reasoning.
xxxBinets test was voor kinderen. In 1938 ontwikkelde L.L.Thurstone een test die ook geschikt is voor volwassenen en waarin hij met behulp van factoranalyse 7 kenmerken van intelligentie onderscheidde: verbaal inzicht, woordenrijkdom, rekenkundig inzicht, visueel-ruimtelijk inzicht, associatief geheugen, waarnemingssnelheid en logisch redeneren. Deze dimensies waren niet onafhankelijk, hun onderlinge correlaties lagen in de orde van grootte van 0.40 tot 0.50.
xxxIn 1939 ontwikkelde D. Wechsler zijn Wechsler Adult Intelligence Scale (WAIS) die in een latere gereviseerde versie (WAIS-R) nog steeds wordt gebruikt. Deze omvat 4 subtesten:
I = information of general knowledge
C = comprehension
A = arithmetic
V = vocabulary
Ook hiervan zijn de scores niet helemaal onafhankelijk en dat wijst er op dat intelligentie niet alleen is opgebouwd uit afzonderlijke factoren, maar dat er ook een algemene factor is, een basale algemene intelligentie. Dat zou bijvoorbeeld lichamelijke vitaliteit of neurale efficiency kunnen zijn.