De grote ontvankelijkheid van de Europese cultuur voor schuldgevoel

Wat is schuldgevoel?
Op dit moment geven tal van landen op de wereld Europa de schuld voor hun problemen.  Het is mogelijk dat dit in bepaalde gevallen terecht is. Dan moet Europa inderdaad die schuld op zich nemen. Maar het ziet er naar uit dat Europa momenteel niet alleen bereid is in deze gevallen de schuld op zich te nemen, maar dat ook doet met een zekere gretigheid. De Europese cultuur is momenteel wel èrg ontvankelijk voor schuldgevoel. En dat lokt dan weer beschuldigingen uit. Hoe zit dat psychologisch gezien in elkaar?
            Allereerst een nadere definitie van schuldgevoel. Er bestaan duidelijk twee soorten schuldgevoel: schuldgevoel binnen het gangbare menselijke verkeer en religieus schuldgevoel.  Het schuldgevoel binnen het menselijke verkeer heeft een belangrijke psychologische functie. Het is niet alleen het cognitieve besef verkeerd gehandeld te hebben, maar het is  ook een onaangenaam gevoel, een soort inwendige straf die ons de verkeerdheid van ons handelen inpepert. Dat is sociaal gezien bijzonder nuttig: het dwingt ons om goed na te denken over wat we verkeerd hebben gedaan en om dat niet te vergeten. Het dwingt ons ook, als het goed is,  om onze excuses aan te bieden en te trachten de schade te herstellen. Hopelijk worden die excuses en schadeherstelling vervolgens door de benadeelde partij  aanvaard, zodat alles weer in evenwicht komt en men weer met een schone lei kan beginnen.
            Religieus schuldgevoel is schuldgevoel tegenover God (of goden). Men heeft gezondigd tegenover God en zijn geboden en kan dus straf verwachten. Met het brengen van zoenoffers kan men dan trachten die straf af te wenden. Wellicht hadden de mensenoffers die de Azteken op grote schaal brachten een dergelijke bedoeling.
De ontwikkeling van het schuldgevoel in de Europese cultuur
Binnen de christelijke cultuur van Europa speelt het schuldgevoel een enorm belangrijke rol. De apostel Paulus drong er bij de christelijke gemeenten op aan om schuld te erkennen als men zich had misdragen en om te komen tot een verzoening. Maar het schuldgevoel speelt vooral een belangrijke rol in de theologie. De eerste christenen vroegen zich af waarom Jezus het lijden van de kruisiging had moeten ondergaan en langzamerhand groeide de opvatting dat dit was ter genoegdoening van de zonden van de mensheid tegenover God. Anselmus van Canterbury (1033-1109) werkte deze opvatting nader uit (1). Maarten Luther (1483–1546) legde later een nòg groter nadruk op de zonde en het schuldgevoel: alles wat een mens deed was een doodzonde, maar daar stond Gods genade tegenover. Volgens hem moest een mens diepbedroefd leven vanwege de zonde en tegelijkertijd vrolijk en bevrijd leven vanwege de genade. Hierbij kun je je afvragen of dat geen psychologisch onhaalbare theologische constructie is (2).
            Ook Sigmund Freud (1856-1939) legde een grote nadruk op het schuldgevoel (mede omdat hij dit zag als de belangrijkste veroorzaker van de dwangneurose). Dit schuldgevoel ontsaat volgens hem uit het “Oedipuscomplex”, waarbij het kind (althans als het mannelijk is) bij zijn liefde voor zijn moeder zijn vader als concurrent zou zien en hem zou wegwensen (in retroperspectief gezien: doodwensen). Later voegde Freud daar nog een verklaring aan toe met zijn mythisch aandoend  verhaal over de moord op de oervader (3). En dit (doorgaans onbewuste) schuldgevoel zou dan weer leiden tot een strafbehoefte. Dit thema komt uitvoerig terug in zijn boek “Das Unbehagen in der Kultur”, waarin hij stelt dat het doel van zijn verhandeling is “het schuldgevoel tot het belangrijkste probleem in de culturele ontwikkeling te bestempelen” (4)
            Een latere bijdrage aan het Europese schuldgevoel komt van de Tweede Wereldoorlog en de holocaust. Hierbij lijkt zich een merkwaardige ontwikkeling te hebben voorgedaan: de holocaust is de schuld van Duitsland en de geallieerde landen (Engeland, Amerika, Canada) hebben Duitsland op leven en dood bestreden. Desondanks ziet het er naar uit dat, mede door de politiek van Angela Merkel en geestverwanten,  het Duitse schuldgevoel zich later ook naar deze vroeger geallieerde landen heeft verbreid.
           Een belangrijke bijdrage aan het Europese schuldgevoel tenslotte lijkt het algemeen verlies van het christelijk geloof. Over dit verlies wordt veel gepubliceerd, maar niet over de vraag of er van het daardoor veroorzaakte schuldgevoel veel in onze cultuur is blijven hangen. Mede daarom blijft dit belangrijke onderwerp nogal ongrijpbaar.
De huidige exploitatie van de Europese ontvankelijkheid voor schuldgevoel
Momenteel trachten veel landen hun nationale problemen zó te framen dat die de schuld worden van Europa. En de grote ontvankelijkheid van de Europese cultuur voor schuldgevoel werkt dat enorm in de hand. Het lijkt dat Freuds theorie dat (onbewust) schuldgevoel tot strafbehoefte leidt hier ook geldig is.
         Dat geldt op vele gebieden, zoals het opraken van de grondstoffen, de vroegere slavernij, de klimaatverandering en het voedseltekort. Maar ook al men het juist vindt dat Europa, voor zo ver dat mogelijk is, andere landen wil helpen kan men zich afvragen of het zich op deze manier onder dwang laten exploiteren niet duidt op verval van de culturele weerbaarheid van Europa. En in het verlengde daarvan de ondergang.
(1) Anselmus van Canterbury (circa 1095): Waarom God mens werd.
(2) G.H.E. Russelman (2018): Luther en de oorlog.
(3) S. Freud (1913): Totem und Tabu (Hoofdstuk IV, 5).
(4) S. Freud (1930): Das Unbehagen in der Kultur ( hoofdstuk VIII).
22 november 2022