Zoals in het voorafgaande op verschillende plaatsen ter sprake is gekomen vormt een mens zijn gedachten en neemt hij zijn beslissingen niet alleen op rationele gronden, maar wordt hij daarbij voortdurend “van buiten af” beïnvloed door sym- en antipathieën en door factoren als groepsdruk. Vooral polarisatie en clustervorming zijn daarbij belangrijke factoren. Zo kan iemand tegen kernenergie zijn omdat zijn partij dat is, maar hij kan ook tegen kernenergie zijn omdat hij een hekel heeft aan een partij die daar vóór is. Hij kan ook geheel vanuit zijn eigen denken, uit vrije keus, tot dat standpunt komen, maar dan moet hij wel verstand van zaken hebben.
Dit leidt tot de vraag of een mens eigenlijk wel geheel “vrij” kan denken. Het ziet er naar uit dat dit een theoretische fictie is, want een mens ondergaat in zijn jeugd een leerproces waarbij hij gedachten, sympathieën, groepsverbondenheid, enzovoort overneemt van anderen. Het idee dat hij op een bepaald moment geheel zelfstandig zou gaan denken en oordelen is niet realistisch. Wij kunnen hier geen scherpe definities geven, maar wel kunnen we kijken naar vormen van denken en gedrag die zó ver van “vrij” denken af liggen dat men ze “dwangmatig” kan noemen.
De duidelijkste voorbeelden hiervan zijn te vinden in de psychoanalyse. Freud introduceerde het begrip “negatieve vaderbinding”. Zijn psychoanalyse was gebaseerd op de theorie dat iemand zozeer gehinderd kan worden door onbewuste trauma’s uit het verleden dat hij niet meer normaal kan functioneren. En doel van de therapie was eigenlijk heel bescheiden: proberen het denken en het gedrag van iemand op dit éne punt “vrij” te maken.
Deze gedachtegang is ook toepasbaar op het verschijnsel polarisatie. Hierdoor worden mensen zozeer beknot in hun vrijheid van denken en beslissen dat men gerust mag zeggen dat ze zich “dwangmatig” gedragen. Dit leidt voortdurend tot slechte politieke beslissingen. Maar dat valt niet op doordat de wereld er aan gewend is geraakt.
Het meest dramatisch voorbeeld hiervan is waarschijnlijk wel het ontstaan van oorlogen. Zolang er nog vrede is en men nog kan onderhandelen is het denken nog min of meer vrij. Maar zodra de oorlog eenmaal is uitgebroken bestaat er geen vrijheid van denken meer. Het oorlogsmechanisme gaat onafwendbaar zijn eigen gang. De politici denken heldhaftige en wereldhistorische beslissingen te nemen, maar in werkelijkheid voeren ze dwangmatig uit wat eeuwenoude psychologische patronen hun voorschrijft.
13 maart 2023