Hoe beïnvloedt collectief schuldgevoel ons handelen?

1. De casus Duitsland
Duitsland levert een goed voorbeeld om de gevolgen van collectief schuldgevoel te verhelderen. Uitgangspunt daarbij blijft dat er alleen sprake kan zijn van collectieve schuld als er sprake is van een collectief uitgevoerde foute daad. Laten we hierbij zonder verdere discussie aannemen dat het voeren van de tweede wereldoorlog en de holocaust inderdaad foute daden waren.
 xxxxxx Laten we verder aannemen dat het inderdaad ging om een collectieve daad. Het argument daarvoor is dat de de beslissing werd genomen door de Duitse regering en daarbij werd gesteund door een zeer groot aantal “meelopers”. Duitsland was dus collectief schuldig. Wat is er met deze schuld gebeurd? De toenmalige Duitse regering werd bij het Neurenbergproces gestraft en de ergste meelopers werden door nazi-jagers als Simon Wiesenthal voor het gerecht gebracht.
xxxxxx
2. De verdere “verwerking” van het Duitse schuldgevoel
Inmiddels zijn vrijwel alle Duitsers die hebben bijgedragen aan deze collectieve Duitse schuld uitgestorven. Wiesenthal, die keihard was bij het achtervolgen van nazi’s, stond op het standpunt dat de volgende generatie Duitsers, dus de kinderen van de daders en de meelopers, part nog deel had aan de gedane misdaden en dus juridisch gezien niet schuldig was. Dit komt overeen met het grondprincipe van het westerse recht dat schuld (in morele zin) niet erfelijk is. Zo geredeneerd kunnen we dus zeggen dat de collectieve schuld van Duitsland voor de Tweede Wereldoorlog niet meer bestaat en behoort tot het verleden.
xxxxxx Maar er is een argument waardoor schuld toch weer als overdraagbaar aan een volgende generatie kan worden beschouwd. Kijken wij als voorbeeld naar de excuses die paus Johannes Paulus II in 1992 namens de kerk aanbood voor de veroordeling van Galilei in 1616. Had dit enige zin? Als argument daarvóór kan men aanvoeren dat de Rooms-katholieke kerk een grote mate van continuïteit bezit en de paus zich oprecht verbonden voelt met deze organisatie. Dan kan het wel degelijk zinvol zijn als hij nú excuses aanbiedt voor een foute beslissing die deze organisatie lang geleden heeft genomen.
xxxxxx Op dezelfde manier als paus Johannes Paulus II zich verbonden voelde met zijn kerk, kunnen hedendaagse Duitsers zich verbonden voelen met hun vaderland Duitsland. De schuld, ook de collectieve schuld die de Duitsers en Duitsland als geheel op zich hebben geladen door de misdaden van het Hitlerregime en de vele meelopers mag dan wel verdwenen zijn, voor het gevoel van veel naoorlogse Duitsers gaat het hier toch wel om misdaden van hun eigen vaderland. En hier komt een nieuw begrip in het spel, namelijk “vaderland”. Dat schept een verbinding tussen het foute Duitsland van toen en het goede Duitsland van nu. Het streven van de na-oorlogse Duitsers om dit verleden van zich af te schudden en weer een “goede” Duitser te worden is mooi beschreven door Merlijn Schoonenboom in zijn “Een kleine geschiedenis van de grootste Duitse worsteling” (1).
xxxxxx Het idee van het blijven voortbestaan van morele schuld wordt (associatief) nog versterkt door het feit dat financiële schuld van een collectief wel degelijk erfelijk kan zijn. Een land kan bijvoorbeeld bij het internationale handelsverkeer schulden maken en die moeten worden afbetaald, ook al is de regering vervangen door een geheel andere regering en is misschien zelfs de gehele bevolking overleden en vervangen door een volgende generatie.
xxxxxx
3. De doorwerking van schuldgevoel
Hoe beïnvloed collectief schuldgevoel ons handelen? De belangrijkste factor is waarschijnlijk wel dat het ons onzeker en wankelmoedig maakt. Dit wordt momenteel nog versterkt door de verwarring die ontstaat doordat verschillende culturele tradities verschillende opvattingen hebben over collectieve schuld. De Europese traditie denkt sterk individualistisch, andere, zoals veel Afrikaanse culturen, denken meer collectief. Een voorbeeld van die verwarring geeft het excuus dat burgemeester Halsema van Amsterdam, in juli 2021 namens het gemeentebestuur heeft aangeboden voor het Amsterdamse slavernijverleden (2).  Het was onduidelijk wat het woord “excuus”  hier betekende, maar het ziet er naar uit dat deze gebeurtenis door individualistisch -westers denkenden werd gezien als een “welwillend gebaar” en in de ogen van meer collectief denkenden als het begin van “herstelbetalingen”.    Deze excuses werden aangeboden onder politieke druk, maar het zou beter zijn niet aan dergelijk druk toe te geven. De huidige generatie Nederlanders is in dit opzicht niet schuldig en het is onjuist en onrechtvaardig die schadevergoeding te laten betalen.  Dit komt ook overeen met het feit dat tot nog toe alle juridische claims op dit gebied zijn afgewezen (3).
xxxxxx
4. Onvermogen heldere lijnen te trekken
In december 2022 bood minister-president Rutte namens Nederland excuses aan voor het Nederlands slavernijverleden (4). Opnieuw zonder gedegen fundering en zonder heldere definitie van het begrip excuus.  Op het ogenblik staat ook de relatie met het het vroegere Nederlands Indië weer in de belangstelling.  De discussie wordt opnieuw beheerst door schuldgevoelens en politieke druk (5).
xxx
Noten
(1) M. Schoonenboom (2019): Een kleine geschiedenis van de grootste Duitse worsteling. Zie ook http://www.grooteuropa.nl/samenvatting-schoonenboom-duitse-worsteling.html
xx
Literatuur
• P. Dassen en T. Nijhuis, eds. (2001): Gegijzeld door het verleden, Controverses in Duitsland van de Historikerstreit tot het Sloterdijk-debat.
• P. Bruckner (2006): Tirannie van het berouw, Essay over het Europese masochisme.
• Alexandre del Valle (2014): Het avondlandcomplex, Een kleine verhandeling over de bevrijding van schuldgevoelens.
• D. Murray (2017): The Strange Death of Europe: Immigration, Identity, Islam (vertaald als: Het opmerkelijke einde van Europa).
xx
(mei-juni 2013)