De in de cultuurgeschiedenis van Europa telkens optredende scherpe omslagen in het geestelijk klimaat zijn een belangrijk hulpmiddel om deze geschiedenis in te delen in perioden. Men krijgt dan bijvoorbeeld:
Romaanse periode | 1000-1200 |
Gotiek | 1200-1400 |
Renaissance | 1400-1600 |
Barok | 1600-1720 |
Rococo | 1720-1750 |
Verlichting | 1750-1790 |
Romantiek | 1790-1840 |
Liberale tijdvak | 1840-1880 |
Neoromantiek | 1880- 1920 |
Nieuwe zakelijkheid | 1920 – |
Een van de patronen die in deze indeling vallen te bespeuren is een afwisseling van alpha – en bètamentaliteit. De gotiek, met zijn opbloei van de scholastische logica en zijn abstractie in de bouwkunst, had een bètamentaliteit. De daarop volgende renaissance, ingezet door dichters als Petrarca die een uitgesproken hekel hadden aan scholastische logica en zich richtten op de “humaniora”, was een alpha-periode. De daarop volgende barok, met zijn abstrahering en opbloei van de natuurwetenschap (Galilei, Newton), was een bètaperiode. De romantiek was weer een alphaperiode en het daarop volgende liberale tijdvak een bètaperiode.
Deze website is gewijd aan een poging de belangrijkste sociaalpsychologische wetmatigheden te ontdekken die in de samenleving werkzaam zijn, zowel in de geschiedenis als in het heden. Een belangrijk, telkens weer optredend mechanisme is dat van polarisatie. In deze website komen vooral drie vormen van polarisatie ter sprake:
1. De polarisatie tussen de strijdende partijen tijdens een oorlog
2. De polarisatie tussen elkaar bestrijdende politieke partijen
3. De polarisatie tussen twee cultuurperioden
De bedoeling is te onderzoeken in hoeverre in deze drie vormen van polarisatie dezelfde mechanismen vallen te bespeuren.