Bij groepspolarisatie is de motivatie gewoonlijk koel en zakelijk: het gaat om het uitwisselen en afwegen van rationele argumenten. Dat betekent echter niet dat emoties daarbij in het geheel geen rol spelen, zo is er bijvoorbeeld het plezierige gevoel van het steeds meer met elkaar eens te zijn.
xxxxxxBij polarisatie tussen groepen spelen emoties een veel sterker rol: de groepen zetten zich tegen elkaar af en worden het steeds minder met elkaar eens. Dat wil zeggen: binnen de groepen wordt men het steeds meer met elkaar eens, daar heerst een prettig gevoel van verbondenheid, maar tussen de groepen wordt de afstand steeds groter.
xxxxxxHoewel de relatie tussen het individu en zijn groep theoretisch nogal gecompliceerd ligt, spreekt men hier gewoonlijk gemakshalve van een “groepsgevoel”, dat is dan zoiets als het gemiddelde gevoel van de individuele leden van de groep ten aanzien van een andere groep. Aanvankelijk heerst er in de groepen misschien alleen maar het plezierige gevoel dat door de aanscherping van het contrast met de andere groep de wereld overzichtelijker wordt: “wij” tegenover “zij”. Maar bij voortschrijdende polarisatie kan dit gevoel overgaan in afkeer en zelfs haat. Niet alle individuen uit de groepen zullen hier op dezelfde wijze reageren. Sommige mensen hebben pacifistische neigingen en hebben er een hekel aan in vijandschap te leven (1). Anderen houden van polarisatie en conflict en voelen zich daarin uitstekend thuis. Het is een soort frame dat ze in hun hoofd hebben en onbewust op hun omgeving drukken. Als ze in een voor hen nieuwe omgeving komen beginnen ze die meteen te polariseren (of bij te dragen aan reeds bestaande polarisatie).
x
(1) Het gevoel het weer in orde te moeten maken wanneer iemand om de een of andere reden een vijand is geworden komt op meerdere plaatsen expliciet ter sprake in de Bijbel, onder andere in Mattheüs 5:23-24: “Wanneer [..] u herinnert dat uw broeder iets tegen u heeft [..] verzoen u met uw broeder en offer daarna uw gave”.