Inhoud:
xx
Korte toelichting:
In het vorige hoofdstuk is besproken hoe het Europese recht zich na de Tweede Wereldoorlog (in vier stadia) heeft ontwikkeld van daadgericht recht naar meer emotie- en motivatiegericht recht. Hiermee is het recht zich steeds meer gaan bemoeien met de gevoelens, motivaties en gedachten van het individu, een gebied waarvan men vroeger zei dat het recht daarbuiten moet blijven. Hiermee werd een principiële grens overschreden. Op het eerste gezicht zou men kunnen zeggen dat de wetgever de rechter hiermee dwingt zich buiten zijn eigen vakgebied te begeven: het vakgebied van de psycholoog. Maar het gaat dieper. De wetgever geeft de rechter hiermee een opdracht die eenvoudig onuitvoerbaar is.
xxxxxxIn dit hoofdstuk komt een ander belangrijk punt ter sprake, namelijk de vraag in hoeverre de huidige ontwikkeling in het recht onontkoombaar leidt tot het invoeren van gedachtepolitie. Immers, wanneer het hebben van bepaalde gedachten of gevoelens strafbaar wordt gesteld zal de justitie middelen moet vinden om overtreders op te sporen.