In de vorige paragraaf is betoogd dat een groot deel van de huidige Europese bevolking een onbewust schuldgevoel bezit waarvan de oorsprong ligt in de seksualiteit. Hoe zal dit het handelen van de mensen, zowel individueel als collectief, beïnvloeden?
xxxxxxDe opvattingen rond de seksualiteit zijn sterk cultureel bepaald en onderhevig aan veranderingen. Dat geldt vooral voor de laatste eeuw waarin de introductie van de anticonceptiepil in 1960 de belangrijkste oorzaak van verandering geweest. Deze verandering was zó diepgaand dat hij een scheiding maakte tussen twee perioden: de periode vanaf de verre oudheid tot 1960 en de periode daarna.
xxxxxx
1. De periode van vóór de introductie van de anticonceptiepil (1960)
Vanaf de verre oudheid tot nu toe heeft de seksualiteit de mensen in beweging gebracht, is een bron geweest van activiteit, misschien nog wel sterker dan oorlog. Maar de seksualiteit laat zich niet gemakkelijk aan banden leggen: er is een eeuwige strijd tussen deze drift en de eisen van de cultuur. Freud heeft dit onder woorden gebracht in zijn theorie van de strijd tussen de “levensdrift” en de “doodsdrift”. Er valt veel af te dingen op die theorie, vooral ook op de dubbelzinnige term “doodsdrift”, die enerzijds de betekenis heeft van doden, vernietigen, en anderzijds de betekenis van tot stilstand komen, het bereiken van een uiteindelijk evenwicht. In zijn laatste boek drukte Freud zich wat eenvoudiger uit, hier sprak hij van het “Unbehagen in der Kultur” (1). Hier stelde hij dat de eisen die de cultuur stelt hard kunnen zijn en dat is een zeer onaangename eigenschap van alle cultuur. Maar die eisen zijn toch noodzakelijk (2). Freuds grimmige theorie lijkt veel waarheid te bevatten. Het leven van de mens, heen en weer geslingerd tussen hoge idealen idealen en het besef daarin te kort te schieten, heeft ook altijd veel schuldgevoel gewekt.
xxxxxx
2. De periode van ná de introductie van de anticonceptiepil
Laten we nu speciaal kijken naar de periode van na 1960, waarin de anticonceptiepil de “vrije seks” heeft mogelijk gemaakt die tegenwoordig in veel kringen als normaal wordt gezien, maar vroeger streng werd afgekeurd, onder andere omdat die werd gezien als verlies van het vermogen om trouw te zijn in het huwelijk en, heel concreet, leidde tot de conceptie van ongewenste kinderen. Deze laatste consequentie bestaat tegenwoordig nauwelijks nog, maar dat neemt niet weg dat degenen voor wie vrije seks een onderdeel van hun leven is geworden verwijten en beschuldigingen te horen krijgen van andersdenkenden. De beschuldigingen komen echter niet alleen van buiten, maar ook van binnen: van het eigen geweten. Want het is niet zo dat een eeuwenlang geldende, diepgewortelde moraal met een pennenstreek kan worden weggevaagd. Er is nog veel van de vroegere moraal blijven hangen. Bovendien wordt iedereen daar dagelijks op tal van manieren aan herinnerd: via de taal, de literatuur, de muziek, de standbeelden, de kerkgebouwen, enzovoort. de literatuur, kerkgebouwen, de standbeelden, de muziek, de taal, de literatuur, enzovoort. Er heerst op dit gebied in Europa een groot schuldgevoel en we mogen wel stellen dat dit grotendeels een vrij zwevend schuldgevoel is.
xxxxxx
3. De reactie op seksueel schuldgevoel
Hoe beïnvloed dit schuldgevoel het gedrag van de mensen? Een mogelijke wijze van reageren op de onbewuste beschuldigingen die het geweten op ons richt is om die fel van de hand wijzen en zich te gaan verdedigen op een hoog intellectueel niveau. Daar zijn tal van theorieën voor beschikbaar, vooral de destijds zeer populaire theorie van de zogenaamde Frankfurter Schule was daarvoor geschikt (3). Volgens deze theorie kwam, zeer kort gezegd, het autoritaire en gewelddadige karakter van het Hitler-fascisme voort uit onderdrukking van de seksualiteit. Met het opheffen van deze onderdrukking zou dus ook de agressie van de mens verdwijnen. Vandaar de slogan van de jaren 1960: “Make love, not war”.
xxxxxxHet onbewuste schuldgevoel leidde niet alleen tot de creatie van allerlei nieuwe theorieën (die critici zien als grotendeels excuus-theorieën), maar had ook andere gevolgen. Het voortdurend leven in het grensgebied tussen de oude en de nieuwe seksuele moraal leidt tot cognitieve dissonantie, die de mensen, volgens de theorie van Festinger, zullen trachten te verminderen. Daardoor ontstaat een onbewuste drijfveer om de maatschappij zodanig te veranderen dat deze dissonantie minder drukkend wordt. Het is als bij het beroemde citaat van G.K.Chesterton:
Waar verstopt een wijs man een blad?
In het woud.
Maar wat doet hij als er geen woud is?
Hij plant een bos om het er in te verstoppen (4).
De motivatie om schuldgevoel te verminderen door de maatschappij zó te veranderen dat de begane wandaden niet meer opvallen is flexibel en gemakkelijk verschuifbaar. Hij kan er toe leiden dat men bepaalde literatuur graag leest (geruststellend) en andere niet. Hij kan ook leiden leiden tot activisme op onverwachte gebieden: bijvoorbeeld op het gebied van de religie, maar ook op dat van de bestrijding van “extreemrechts” of van discriminatie. Ethiek heeft iets van communicerende vaten: je schuldig voelen op het ene gebied kan leiden tot extra moraliteit of zelfs fanatisme op andere gebieden.
xxxxxx
4. Schuldbewuste verwarde, om niet te zeggen chaotische, seksuele moraal
Dit onbewuste schuldgevoel leidt tot verwarring, leidt tot ontmoediging, brengt de mensen tot irrationeel handelen en maakt de westerse cultuur kwetsbaar voor beschuldigingen. De eerste reactie op deze constatering lijkt vanzelfsprekend: onderzoek dit schuldgevoel. Een groot deel van dit schuldgevoel behoort tot de tragiek van het menselijk leven. Maar er is ook schuldgevoel dat voortkomt uit feitelijk wangedrag, ook al is dat niet gemakkelijk te constateren omdat het op grote schaal voorkomt. Maar wie is hier aanspreekbaar? Wie zal hier scheidsrechter zijn?
xxxxxx Men kan slechts hopen op zelfreflectie. Men kan bijvoorbeeld aan degenen die zo dringend de maatschappij willen veranderen vragen te onderzoeken waar deze drijfveer vandaan komt. Is het misschien een streven om de eigen zonden minder te laten opvallen? In dat geval kan men ze vragen sportief te zijn en niet de gehele maatschappij schade toe te brengen ter wille van de eigen gemoedsrust.
xxxxxx
Noten
(1) S. Freud (1930): Das Unbehagen in der Kultur.
(2) Zelf heb ik er bezwaar tegen de tegenkracht die de cultuur biedt tegen de seksualiteit voor te stellen als een doodsdrift. Daarom heb ik elders voorgesteld de drijfveren in de mens, zoals de seksualiteit en de spiritualiteit (cultuur) te zien als aparte “segmenten”, ieder met eigen diepgang. Dan kan men de cultuur als tegenspeler van de seksualiteit zien als het segment van het spirituele, dat eigen verlangens heeft en bevrediging geeft als daaraan wordt voldaan.
(3) Zie bijvoorbeeld H. Marcuse (1955): Eros and civilisation.
(4) G.K. Chesterton: Het teken van het gebroken zwaard.
xxxxxx
mei 2023