Een voorbeeld van lhbtiq-propaganda is de gezamenlijke actie van de Nederlandse banken tijdens de zogenaamde “Pride-week” van 2021. De ABN AMRO Bank twitterde op 4 augustus:
Onze collega Eric maakt van zijn open relatie geen geheim. “Ik kan liefde geven en voelen voor meerdere personen”. Hij vindt het belangrijk om hiervoor uit te komen op zijn werk. Als bank maken wij ons sterk voor een werkomgeving waar iedereen zichzelf kan zijn (1).
Hiermee voert de ABN AMRO iemand ten tonele die “liefde kan geven en voelen voor meerdere personen”. Dit roept allerlei gedachten op. Velen zullen hierbij denken aan verhalen als dat van de scheepskapitein die er zowel in een Amerikaanse als in een Europese havenstad een gezin op na hield. Dit is bigamie en dat is volgens artikel 237 van het Wetboek van Strafrecht strafbaar.
Dit is echter niet wat in de betreffende tweet wordt bedoeld. Bedoeld wordt een wat genoemd wordt “polyamoreuze relatie.” Deze wordt, anders dan bij bigamie, hierdoor gekenmerkt dat er geen geheimhouding is en dat de betrokken personen vrijwillig instemmen met de relatie. Een dergelijke relatie is niet strafbaar. En terwijl bigamie wordt beschouwd als ordinair bedrog is deze relatie omgeven met een sfeer van hooggestemde idealen en fijnzinnige ethische overwegingen. Redenerend vanuit deze sfeer moet iemand toch wel een erge botterik zijn om hier kritiek op te hebben.
Als men een polyamoreuze relatie introduceert als die van “iemand die liefde kan geven en voelen voor meerdere personen” klinkt dat heel onschuldig. Velen zullen zeggen: “Ik denk er zelf anders over, maar als iemand zo wil leven kan ik daar weinig bezwaar tegen maken.” Dat geldt des te meer als zo’n relatie in een verheven sfeer wordt getrokken. Maar de vraag is: zal het bij die verheven sfeer blijven? In de praktijk zal het vrijwel onvermijdelijk zijn dat er een sfeer ontstaan waarin iedere man die er met zijn buurvrouw van door gaat kan zeggen: “Ik heb nu eenmaal een polyamoreuze geaardheid; anderen kunnen dat niet begrijpen, maar het wordt tijd dat de maatschappij mijn geaardheid volledig aanvaardt.” En het gevaar bestaat dat het ook hierbij niet blijft. De formulering “liefde kunnen geven en voelen voor meerder personen” omvat ook liefde voor drie, vier of nog veel meer personen. Dat valt echter niet meer te onderscheiden van promiscuïteit. Het valt moeilijk te bepalen of een wettelijk verbod op promiscuïteit zinvol is. Maar de lhbtiq-lobby streeft naar een wettelijk verbod op het hebben van bezwaar tegen zaken als promiscuïteit (want “discriminatie”).
Men kan zich afvragen of de lhbtiq-mensen hun eisen niet goed hebben doordacht of dat zij voor zichzelf een uitzondering opeisen. Immers, we mogen verwachten dat de ABNA mensen met een streng islamitische, streng atheïstische of streng christelijke levensbeschouwing in dienst zal nemen. Maar het is uitgesloten dat deze elkaars opvattingen zonder enige innerlijke weerstand zullen accepteren. Waarom zou men dan de opvattingen van een lhbtiq-activist wel zonder innerlijke weerstand moeten accepteren? Genieten zij een voorkeursbehandeling?
Het ziet er naar uit dat de lhbtiq-mensen voor zichzelf rechten claimen die zij anderen niet gunnen. Zij eisen dat ik kritiek op hun opvattingen niet alleen niet mag uiten, maar ook dat ik ze eenvoudig niet mag hébben. Zodra mijn kritische mening ergens aan het licht komt wordt ik strafbaar. Dat betekent dat deze met de lhbtiq-lobby instemmende actie van de ANB AMRO Bank en andere banken een pleidooi is voor de invoering van gedachtenpolitie op de werkvloer (2).
x
Noten
(2) Zie voor door mij verzamelde nadere documentatie over de lhbtiq-actie van de ABN AMRO bank: http://www.kantt.nl/documentatie-lhbtiq-actie-abna-2021.html
x